Image
Top
Navigation
21 maart 2016

5 tips om je concept te ontwikkelen met de eindgebruiker, in het wild.

Bureaucratische zadelpijn. Dat kreeg ik ervan. Al die dagen op mijn kont achter de laptop, of aan tafel voor overleg. Zadelpijn was één van de redenen om De Reactor te starten. Ik werkte aan projecten waar de eindgebruiker immens belangrijk was. Maar gek genoeg kwam die eindgebruiker pas aan bod als het hele concept al ontwikkeld en uitgevoerd was. Dus gaf ik mezelf een schop onder mijn kont. En ik deel mijn bevindingen graag met je. Want: hoe doe je dat eigenlijk? Je concept ontwikkelen met de eindgebruiker, in het wild?

 

Ik had genoeg boeken en blogs had gelezen over design thinking en inspirerende YouTube video’s gezien over organisaties die hun nieuwe producten in prototype fase testen met gebruikers van vlees en bloed. Maar, als je dat zelf in de praktijk wilt brengen, waar begin je dan? Het is heel erg simpel. Bij de eerste stap: naar buiten!


TIP 1) Pak je OV kaart, auto, fiets of benenwagen

“We willen een methodiek waarmee we de hele gemeente zwerfafvalvrij kunnen krijgen, samen met de inwoners.” Het zoeken naar het begin van de oplossing op deze vraag, is als het zoeken naar het begin van een kluwen wol nadat de kat erop is losgegaan. Daarom stapten Eva (educatie & participatie deskundige), Hans (interventie psycholoog) en ik (communicatie strateeg) in de trein om de omgeving eerst goed te observeren en haar inwoners te ontmoeten.

We brachten de objectieve elementen van de buurt in kaart, volgens de windshield survey methode (kijken, geen interventie). Bouwstijl, winkelaanbod, aantal schotelantennes, type auto’s, afvalvoorzieningen, zwerfafval, porselein op vensterbanken, lampionnen in achtertuintjes… We noteerden alles en kregen een beeld van de omgeving van de inwoners. En nog belangrijker: we proefden de sfeer.

Vervolgens raakten we met verschillende inwoners aan de praat. Dit bleek een must, omdat we tijdens de observatie al conclusies trokken die niet juist bleken te zijn. We zagen nauwelijks zwerfafval en dachten daardoor dat het in deze wijk wel prima voor elkaar was. Een bewoonster liet ons weten dat de vuilnisman en bezemwagen de dag ervoor nog waren geweest, voilà schone wijk.

Dit en veel meer, waren we nooit met de demografische statistieken alleen te weten gekomen. Leve de OV kaart.

TIP 2) Creëer een associatieve omgeving

Soms ontmoet je de eindgebruiker niet op dezelfde locatie als waar hij van jouw product of dienst gebruik zal maken. Zo deden we voor PostNL onderzoek in de winkelstraten van drie woonwijken en niet bij buurtbewoners thuis, terwijl dat wel de relevante locatie voor ons onderzoek was.

Omdat alle zintuigen meespelen bij het inlevingsvermogen, vinden wij het belangrijk om een associatieve omgeving te creëren. We bouwden drie huiskamers-op-straat waarin de objecten (kamerplant, tafels, kapstok, schoonmaakgerei) heldere gespreksstarters waren en onze respondenten stimuleerden hun thuissituatie te visualiseren.

Let op: dit werkt goed voor exploratief onderzoek. De professor zal zeggen dat zo’n omgeving te sturend werkt. Zaak is om de associaties breed te houden en goede gespreksleiders in te zetten.

De Reactor PostNL Pilot Odderzoek

Exploratief onderzoek in de ‘Huiskamer op straat’.

TIP 3) Zoek het dichtbij huis

De drempel om het warme kantoor te verlaten om jouw gebruikers te ontmoeten ligt vaak bij het gedoe dat dit met zich meebrengt. ‘Waar vind ik die mensen dan?’ ‘Willen ze wel meedoen?’ ‘Kost het mij niet teveel tijd?’ Ik daag je uit het een keer te proberen. Ga erop uit, in een straal van 500 meter.

Voor het nieuwe icoon waarmee TV-kijkend Nederland HbbTV moet gaan activeren, wandelde ik op een maandagochtend naar… het verzorgingstehuis om de hoek. De dames zaten net aan de koffie en vonden het geen enkel probleem dat ik even aanschoof. Ik had een afstandsbediening bij me en ons concept was netjes gephotoshopt op papieren TV schermen (associatieve omgeving).

Dit bezoekje koste me nog geen twee uur en leverde een schat aan informatie en feedback op. En als dat je nog niet overtuigd heeft: het was er warmer dan op kantoor.

TIP 4) Wees specifiek en maak het tastbaar

Zoek je feedback op een concept? Ga er dan niet vanuit dat eindgebruikers volgens jouw verwachting reageren. Juist omdat zij een nieuwe wereld voor je zullen openen, is het belangrijk om de vraag waarmee je binnenkomt heel specifiek te houden.

Toen het Reactor Team tijdens Festival Designkwartier drie dagen lang aan het Senang concept werkte, gingen ze met heel specifieke tests en prototypes naar buiten toe. Zo wilden ze bijvoorbeeld weten wat een bezoeker van een lunchroom er voor over heeft om zijn telefoon écht opzij te leggen. We maakten een kleine onderlegger waarop de telefoon gelegd moest worden en waarop de vraag beantwoord kon worden wat daar tegenover moest staan.

Heel simpel en tastbaar. En het gesprek dat erop volgt geeft kwalitatieve onderbouwing aan de conclusies uit zo’n jungle tochtje.

 

TIP 5 Doe het

“Mijn idee is nog niet ver genoeg om in het wild los te worden gelaten.” Ik ken het gevoel. Je wilt een idee, product of dienst tot in de puntjes voorbereiden op zijn eerste ommetje in de buitenlucht. Maar… mag ik je eraan herinneren dat je dan precies doet wat zo vaak gebeurt? En dat het lezen van bovenstaande tips dan dus ook niets heeft geholpen?

Ja, een idee of product delen voordat het definitief is, maakt je kwetsbaar. Je ziel en zaligheid zitten erin en grote kans dat er wat kritische noten worden gekraakt. Vormt angst een drempel? Bedenk je dan voor wie je het doet. Ben jij dat zelf? Is het jouw concept? Of is het die eindgebruiker, die er straks frequent mee om zal gaan?

My 5 cents…

Sharing is caring

We zijn benieuwd naar jouw ervaringen. Wanneer ging jij erop uit? Hoe betrok je jouw eindgebruikers bij jouw conceptontwikkeling? Waar liep je tegenaan en wat leverde het op?

De Reactor voert met veel energie exploratief, kwalitatief onderzoek uit in verschillende stadia van conceptontwikkeling. Of het nu is om ideeen te genereren, een aanname te toetsen of een prototype te testen. Wil je meer weten? Mail ons op info@dereactor.nl of bel ons, we denken graag mee!

 

 

Submit a Comment